Mijn kind leeft in het nu. Ze laat alle termen voor tijdsaanduiding links liggen. Ze gebruikt alleen de term ‘môgguh’, maar dat kan naast ‘morgen’ ook ‘gisteren’ of ‘zojuist’ of ‘drie maanden geleden’ of ‘over twee weken’ betekenen.
Als ik vraag: ‘Zullen we volgende week naar het theater gaan?’, roept ze: ‘JA! Nu?’
‘Nee, over zes nachtjes slapen is een leuke voorstelling.’
Weg is ze. Boos.
‘Je bent morgen jarig!’
‘Ja? Nu?’, vraagt ze enthousiast.
‘Nee, nog één nachtje slapen.’
Weg. Niét interessant dat ze morgen jarig is. Ze is het niet nú immers, dus wat doet het er dan toe?
Ik zou heel graag wat van haar levensvisie over nemen en hoop dat ze nog heel lang in deze fase mag blijven zitten.