‘Wat vind je er van om achter je eigen bureau huiswerk te maken?’
‘… goed.’
Het kwam er wat twijfelend uit, maar ik nam de 6-jarige meteen mee naar boven. Daar legde ik haar spullen op de juiste bladzijde neer en gaf ik haar de tablet.
Een paar weken geleden had ik bij de kringloopwinkel een hele mooie roze bureaulamp gekocht. Ik dacht: dat is leuk voor ooit, als ze huiswerk moet gaan maken onder die donkere hoogslaper. Ik verborg hem op zolder. Nooit gedacht dat ‘ooit’ nu al zou zijn.
Ze was er heel erg blij mee en dat motiveerde nog meer om zelf aan de slag te gaan.
‘Ga maar kijken hoe ver je komt!’ Ik ben hiernaast aan het schilderen!’
Ze kwam uiteraard wel 15 keer bij me kijken en dingen vragen, maar was tegelijkertijd ook heel trots dat ze heel veel zelf deed.
Ik ook!
Vanavond kregen we het bericht dat in het verpleeghuis van mijn ouders iemand besmet is met Corona.
De 6-jarige en ik waren net een puzzel aan het maken en ik reageerde geschrokken. Toen ik ophing zei ze dan ook: ‘Je had het over opa en oma hè. Wat is er?’
Ik legde uit dat er iemand besmet is met ‘Karóóna’, maar dat opa en oma het niet hebben.
Ze zei meteen: ‘Maar als oma het krijgt is dat niet goed, ze ís al zo ziek!’ Ja, dat klopt, als oma het krijgt is het niet goed. Maar laten we hopen dat ze het niet krijgt.’
‘Ja, tien Fingurs cwossed!’
‘Ja schat, duizend fingers crossed! Maar aan de andere kant, oma is sowieso al heel oud hè. En ziek. Dus ze gaat een keer overlijden. Laten we maar proberen ons niet teveel zorgen te maken.’
‘Ja. En fingurs cwossed!’
‘Fingurs cwossed!’