Ik heb een hekel aan onze deurbel. Het maakt een schel en doordringend geluid en elke keer als ik geen bezoek verwacht en het ding gaat af, zit ik direct van schrik tegen het plafond geplakt. Een uur later kan ik de adrenaline nog voelen.
Het gewoon maar accepteren kan ik niet meer sinds ik een kind heb. Ik heb zo’n exemplaar dat goed kan powernappen. Slaapt ze om zeven uur en gaat die deurbel om twee over zeven? Dan heb ik een wakker kind tot tien uur.
Als ik geluk heb.
Ik ben al jaren bezig met het voorkomen dat mensen aanbellen.
Briefjes bij de bel leken mij een oplossing, maar die zijn dat niet.
‘Kloppen ajb!’ had maar eens in de 10 bezoekjes effect.
‘Liever kloppen!’ hielp iets beter, maar de helft van de mensen die langs kwamen zijn nog steeds bang om niet gehoord te worden.
‘KLOPPEN!’ zette ik op het briefje dat ik óver het knopje van de bel heen plakte.
Hop, de eerste persoon die langs kwam drukt gewoon óver het papiertje heen de bel in.
Ik zit net te broeden op een nieuwe strategie als ik in mijn ooghoek een aantal kinderen naar mijn deur zie lopen en weer weg zie rennen zodra ze mij bij het raam zien. Ze verschuilen zich achter een auto. Ik ben even in de war, maar als ik een paar stappen achteruit zet, zie ik ze opnieuw. Ze rennen half gebukt naar mijn deur.
Ik zie hoe ze aankloppen en snel weer naar de auto rennen om erachter te schuilen.
Kloppende, belletje trekkende kinderen.
Het moeten de liefste en braafste kinderen van de wereld zijn.
❤