Hoé heet ze?

Mijn kind heeft een ‘moeilijke’ naam.
Ze kreeg die niet omdat ik graag een hele aparte naam wilde geven.
Ook niet omdat ik graag een naam wilde geven die (bijna) niemand heeft.
Ik gaf haar een naam die ik móói vond. Bijzonder hè?

Mijn kind heeft geen bizarre naam, maar ik heb nog nóóit een volwassene de naam van mijn kind verteld zonder het te moeten herhalen, het vaak te moeten spellen en zonder dat er ogen gefronst werden.
Een enkeling vindt het meteen prachtig, maar alleen kinderen pikken het meestal in een keer op, onthouden het prima en hebben er geen enkel oordeel over.

Mijn dochter heeft twee namen, maar mensen noemen haar bijna altijd bij haar eerste naam. Ik moet vaak herhalen dat haar roepnaam de twee namen samen is.
‘Hoe noem je haar zelf dan?’, wordt me dan bizar vaak gevraagd.
Eh, nou, ‘liefje’ of ‘poppetje’. Maar daarnaast vooral gewoon hoe ze heet. Haar twee namen dus ja. Ik gebruik nóóit alleen haar eerste naam, wel vaak een verbastering van haar tweede naam (om het lekker verwarrend te maken ?)

Nee mensen, ze is drie en kan haar naam nog niet perfect uitspreken nee. Maar dat komt vooral omdat er een R in zit en bovendien kan ze wel meer woorden nog niet uitspreken! Woezel en Pip is nog steeds ‘HoezelePip’, mango is ‘Manjo’ en pinguïn is ‘Pinky’. Cute vind ik dat. Die fase mag nog heel lang duren!
En nee, waarom zou ik het zielig vinden dat ze haar naam niet goed uitspreekt? Ik vermoed dat ze zichzelf prima verstaanbaar kan maken als ze zich inschrijft op de Universiteit!
En ja, héél zielig dat ze er (vooral vanwege de lengte!) wellicht iéts langer over doet voor ze haar naam kan schrijven, maar ze is bijna vanaf haar geboorte helemaal gek op letters en woorden dus er bestaat een kans dat ze het sneller kan dan jouw kind haar naam met maar drie letters kan schrijven!

‘Wat betekent haar naam dan?’
Tja, wat betekent joúw naam eigenlijk? En vraag je dat ook aan de moeder van Anna, Lotte en Sophie?
‘Waar komt het vandaan dan?’
Uit mijn hoofd mensen!
Nee, niet helemaal waar. Haar eerste naam las ik in een boek, 15 jaar geleden, en toen wist ik al dat ik mijn kind (zoon of dochter!) later zo wilde noemen.
Haar tweede naam had ik met een andere schrijfwijze bedacht voor als ze een jongetje zou worden. Ik kon tot twee dagen voor mijn vliezen braken gewoon geen leukere naam bedenken en dus maakte ik er een meisjesversie van.

De naam van mijn dochter is dus vol liefde ontstaan.
Beetje jammer dat mensen graag laten doorschemeren dat ze hem niet mooi vinden.

Maar,… al dit gezegd en gemeend hebbende: toch heb ik ook spijt dat ik mijn kind deze naam heb gegeven. En daardoor misschien ook wel een beetje vervelend dat mensen altijd zo bedenkelijk doen over haar naam.
Maar dat is iets voor een ander blog.

Vragen

Kindlief krijgt een nieuwe kamer. Het is een maandenproject en ik ben er voor de zoveelste keer aan het klussen.

Peuter: Is bijna klaar?
Ik: Nee (+ lange uitleg)
Peuter: Is bijna klaar?
Ik: Nee (+ korte uitleg)
Peuter: Is bijna klaar?
Ik: Nee
Peuter: Is bijna klaar?

Afscheid van onze hond

Vorige week zette mijn peuter na het zien van een sinterklaasaflevering van Het Zandkasteel haar schoentjes voor de verwarming.
‘ ‘woon even kijken of Sinterklaas komt!’
Ik zei dat mama altijd cadeautjes in haar schoen stopt, weet je nog? Maar alleen tijdens Sinterklaastijd, en dat is het nu nog niet.
Ze geloofde niet in mijn woorden. En wel in die van de Sint. ‘We gaan ‘woon even kijken of Sinterklaas komt!’

We hebben onze hond in moeten laten slapen en ook daar wil ze niet aan.
‘Kijk, ze heeft al oogje open!’, riep ze toen we afscheid namen. ‘Ze wordt weer wakker!’
Toen ik later echt even verdrietig werd, riep ze dat we haar toch gewoon weer op gaan halen. En dat ze heus wel weer haar oogjes open doet! ‘Ze wordt ‘woon weer wakker hoor!’
‘Nee lief, ze doet haar oogjes niet meer open, ze wordt niet meer wakker.’
‘ ‘Woon even kijken oké?! ‘Woon even kijken!’

Eerst dacht ik nog dat ik geen boekjes nodig had om haar uit te leggen wat dood gaan is, gewoonweg omdat zij er geen last of verdriet van had, net zoals ze dat niet nodig had na het zien van dode muisjes, vogeltjes en slakken. Het voordeel van zo jong zijn, dacht ik. Maar vandaag weet ik dat dat anders is. Ík heb het nodig dat ze gaat begrijpen wat dood gaan is, want ík vind het te moeilijk als ze steeds doet alsof onze hond nog gewoon terug komt.

Twee dagen na haar dood leert peuter ineens fluiten. He-le-maal blij is ze. Nu kan ze ook onze hond fluitend bij haar roepen! Ze is er niet meer hè meisje, ze komt ook niet meer.
‘ ‘Woon even ophalen oké?’
?

 

Krentenbaarddreiging

Mijn dochter loopt blij de speeltuin in. Zin om samen te spelen met het meisje wat ze al kent.

‘Ze mag niet met haar speelgoed spelen hoor!’, zegt de moeder echter meteen. `Ze heeft krentenbaard en dat is heel besmettelijk. Maar als ze elkaar maar niet aanraken en elkaars speelgoed niet aanraken geeft het niet. En we gaan toch naar huis. Zullen we gaan?’

Vervolgens gebeuren er een aantal dingen:

  • De moeder roept meerdere keren: ‘Nee, niet aanraken! Doe maar niet! Nee geef geen schep aan haar! Niet die emmer pakken!’, en vertelt ondertussen hoe onwaarschijnlijk haar dochter is besmet. Dit maakt dat de spanning bij mij ook behoorlijk stijgt. Wat een thriller.
  • Ik hoor de moeder het volgende kwartier nog 8 keer zeggen: ‘Kom we gaan’, maar geen actie ondernemen.
  • Ik zie haar dochter het emmertje en schepje van mijn kind meerdere keren aanraken en elkáár (bij benadering) ook zo’n 423 keer. En nog vaker bíjna, waarna twee moeders opspringen met een ‘NEE!’.
  • Ze raken beide de glijbaan continu aan.
  • Het meisje hoest in mijn dochters gezicht en de moeder zegt zichtbaar geschrokken: ‘O,… Hoest maar even in je mouw voortaan.’
  • Ik denk onnozel: o, zal het ook overdraagbaar zijn met hoesten?
  • Ik hoor de moeder door de telefoon zeggen: ‘Ze gaat nu ook al hoesten, dus dat is oppassen geblazen.’
  • En tegen haar kind: ‘Zullen we gaan?’, waarna ze rustig verder praat door de telefoon.

‘Kom meisje, we gaan. Nú! Oké, nog één keer van de glijbaan en dan nú komen. Nee niét aan je gezicht zitten! We gaan NU!’
Zeg ik.
En we gaan.

Het was wellicht iéts meer ontspannen als ze niets had gezegd.
Of gewoon was weggegaan.

Verboden trots te zijn (deel 2)

Het is hip en trendy (dus dat past helemaal bij mij ?) om blogs te schrijven over hoe irritant het is dat moeders onderling opscheppen. Dat je als moeder bijvoorbeeld übertrots vertelt dat je kind al kan lezen in groep 2. Of groep 1. (Of direct na de geboorte.)
‘Niet doen mama’s, want je maakt er andere moeders heel onzeker mee!’
Andere moeders wiens kind wél ‘de norm’ volgt en pas leert lezen in groep drie denken dan dat er iets mis is met hun kind. Zielig.
Of erger: ze denken dat er iets mis is met hunzelf. ‘O jee, ik ben een slechte moeder! Ik had mijn kind al tijdens de conceptie woordjes moeten leren!’
De moeder raakt overspannen, kind krijgt daardoor te weinig aandacht, ontspoort direct, krijgt verkeerde vriendjes, raakt bekend met criminaliteit. Kortom: de wereld gaat naar de klote ten onder! En dat is allemaal joúw schuld!

Denk er niet te licht over: het levensgeluk van andere mama’s en de toekomst van de wereld is afhankelijk van JOU!
Dus: kan je kind iets waar je neigt trots op te zijn, volg dan dit stappenplan:

  • Check onmiddellijk een handboek om te zien of jouw kind enigszins vroeg is met deze ontwikkeling. (Tip: bel het consultatiebureau, zij weten tot op de dag af exact waar de norm ligt.)
  • Staan er andere moeders om je heen als je kind het gedrag wil gaan vertonen? Probeer weg te komen, leidt je kind af of leidt de menigte af. (Tip: zorg dat je altijd in de buurt van een brandalarm staat.)
  • Ben je te laat en zagen andere moeders toch wat je kind kan: zeg dan iets als: ‘Tot gisteren kon ze nog niet eens praten hoor! En nu nog steeds niet echt verstaanbaar! Lopen kan ze ook pas sinds vanmorgen! Ze is ook héél laat met zindelijk worden! En ze kan ook nog geen potlood vasthouden! En nog geen vast voedsel kauwen!’ (Al is je kind 12! Doet! Er! Niet! Toe!) Loop dan alsnog weg. Of liever: ren. (Spot je wel eens vrouwen in joggingbroek op het schoolplein? Deze reden! Geef haar voortaan een high five (en de helft van je Johnny Doodle))!
  • Ontmoedig en negeer het gedrag van je kind. Is het geïnteresseerd in letters? Alle boeken de deur uit! Kan het al klimmen terwijl dat nog niet mag? Geen speeltuinbezoekjes meer!
  • Heeft je kind de normleeftijd behaald? Wacht voor de zekerheid nog een paar maanden voor je kind mag laten zien wat het kan en doe er dan zo nonchalant mogelijk over: ‘Goh, ik zie ineens dat mijn kind dit kan. Toevalstreffer hoor!’

Lukt je dit? Je kunt trots op jezelf zijn! De wereld is al een stuk mooier! Nog één laatste tip om het echt af te maken:

  • Loopt je kind achter met iets? Miep daar continu over. De moeders om je heen zullen denken: Oooow, mijn kind kan dat alláng!, voelen zich trots, ze weten dat ze hun kind perfect hebben opgevoed, hun zelfvertrouwen groeit, hun kind krijgt genoeg aandacht en groeit op tot een evenwichtig en aimabele persoonlijkheid die een verschil maakt in de wereld.

En dat allemaal door jou!

(P.S: Doet je kind iets buiten zijn normleeftijd terwijl alleen vaders toekijken? Blijf rustig ademhalen en laat je kind zichzelf zijn. Geen vader die daar wakker van zal liggen.)